50 jaar Kerkelijk Centrum
50 jaar geleden eerste heipaal
Op 16 december 1974 werd de eerste heipaal voor het Kerkelijk Centrum de grond in ging. Het centrum was onderdeel van het nieuwe winkelcentrum De Clomp.
Het was toen nog een kale vlakte en het winkelcentrum is ondertussen een tweede keer volledig opnieuw opgebouwd.
Op 18 november 2025 is het 50 jaar geleden dat het kerkelijk centrum officieel geopend werd.
Dit jubileumjaar gaan we natuurlijk vieren en we zullen regelmatig herinneringen aan deze 50 jaar delen in de nieuwsbrief en in Opgang.
Op de foto ziet u de kale vlakte waar alles nog moest beginnen.
‘Zo’n crucifix is toch wel érg rooms’
Een prachtig initiatief: een nieuw kerkelijk centrum bouwen in Zeist-West. Volgens de overlevering begon het met een verzoek van de Parochie van de Heilige Familie aan bisschop Alfrink: in de nieuwe wijk zou een nieuwe RK-kerk moeten komen. De bisschop had één voorwaarde: het moest een oecumenisch centrum worden, samen met hervormden en gereformeerden! De geloofsgemeenschap werd steeds oecumenischer. Als het daarna over de grens van het toelaatbare ging werd gezegd: ‘Maar het moet van Alfrink’.
Er kwam een oecumenische werkgroep. Er was ontzaglijk veel te regelen en organiseren. Zo waren er bijvoorbeeld elke zondagmorgen vier kerkdiensten, verdeeld over beide kerkzalen. En tijdens de Grote Feesten waren er zelfs nog meer.
We moesten elkaar leren kennen in geloof en actie. Dat ging prima, maar er bleef een probleem: in beide kerkzalen stond / hing een crucifix, afkomstig uit de RK-kerk aan de Utrechtseweg. In de 50-er jaren heel mooi, maar nu sterk verouderd. Voor nogal wat protestanten was dat toch wel problematisch: de crucifixen moesten niet pontificaal vóór in de kerk staan. Meestal ging dat goed, maar soms moesten ze vlak voor de aanvang van een protestantse dienst ‘verstopt’ worden, alsof Jezus maar even niet moest kijken.
De oecumenische werkgroep werd steeds inhoudelijker, eigenlijk een beraad. De hervormde en gereformeerde diensten werden samen gevoegd. Geleidelijk werd het bezwaar tegen de crucifixen zwakker. In de oecumenische werkgroep werd erover gesproken; ‘Laat ze maar staan in het vervolg’. Het was pastor Henk Bloem die toen zei: ‘Helemaal mee eens, maar dan wel een ánder crucifix.’
Er kwam een ander crucifix. In de vormgeving was het karakter van onze geloofsgemeenschap te vinden: oecumenisch, kerk in de wereld, een open, transparant geloof, de regenboog van het conciliair proces en een zegenende Christus.
Jaap Huttenga
Samen hard werken
Ds. Jaap Boersma ( 1930) was van 1980-1989 predikant in de hervormde gemeente Zeist-West. Er waren nog aparte gereformeerde, hervormde en katholieke diensten
Voor die tijd was hij predikant in Bloemendaal. Daar was al een oecumenische samenwerking. Dit was een van de redenen dat Zeist-West hem trok.
Hij herinnert zich vooral dat hij Zeist-West een aardige gemeente vond. Hij richtte wijkteams en buurtkringen op en werkte mee aan het SOW-proces ( gerealiseerd in 1992). Hij organiseerde leerdiensten en er was een levendig joods Leerhuis wat druk bezocht werd.
De samenwerking met RK pastor Henk Bloem en de parochie vond hij heel inspirerend en fijn. Hij noemt daarbij ook de naam van An Nijman. Samenwerking met de gereformeerde wijkgemeente ging wat moeizamer.
Hij zit vol met anekdotes, bv dat hij samen met Henk Bloem bij Dick van Keulen (gereformeerd predikant) op bezoek kwam, Dick in gebed voorging en daarna op de knieën ging. Henk en Jaap werden uitgenodigd dat ook te doen waarop Henk zei: “we hebben net al gebeden” en het daarbij liet, Jaap ook.
Samen met Henk Bloem begeleidde hij een groep gemengd gehuwden. Hij denkt terug aan de vele intensieve gesprekken, o.a. over ‘welke kerk kiezen wij?’ en dat waren soms lastige keuzes. Dopelingen konden wel in beide doopregisters worden ingeschreven.
Zeist-West was een jonge gemeente, bruisend en vitaal. Hij werkte er met plezier.
“‘Maar” zegt hij “ik heb nergens zo hard gewerkt als daar”. En met een kwinkslag: “In Bloemendaal was er na Pasen niet veel meer te doen, dan waren ze op de tennisbaan”.
Dat harde werken had te maken met de opzet van gemeentewerk in een betrekkelijk jonge wijk. Hij zegende veel huwelijken in en er waren veel dopelingen. Maar ook veel problemen bij de jonge gezinnen.
Catechesatie was intensief, maar gaf ook voldoening. Vooral herinnert hij zich nog een gesprek met een jonge vrouw die wel op catechisatie kwam maar zei geen belijdenis te willen doen omdat ze niet in God geloofde. Het waren mooie gesprekken.
Hard werken en de vraag of hij dat wel volhield maakte dat hij in 1989 ziekenhuispredikant werd in Terneuzen, tot zijn emeritaat.
Hij woont nu, na het overlijden van zijn vrouw Janneke op 65-jarige leeftijd, in Bloemendaal in een appartement. Op zijn 94e nog erg vitaal, alleen met een visuele handicap.
Ik zie in hem nog steeds de joviale en goedlachse man van vroeger, vol verhalen en anekdotes.
Jeannette van Andel
“Over Jos en Janny, twee vrouwen die vroegen om een zegen…..…”
Ik was nog maar net een jaar als hervormd predikant aan het werk in Zeist-West of twee vrouwen traden met mij in gesprek en ze vroegen in alle voorzichtigheid of ik wilde nagaan of er ook ruimte gemaakt kon worden om hun relatie in de kerk te zegenen. Dat zou in de ruimte van Zeist-West toch mogelijk moeten zijn!
Ja, maar het vroeg heel wat gesprekken onderweg naar de dag van 7 mei 1993. Ook de centrale hervormde gemeente – met al die verschillende wijken en niet te vergeten al die ver uiteenlopende inzichten en standpunten – had het er moeilijk mee! Bij al die gesprekken wist ik me gedragen door m’n wijkkerkenraad!
Ik weet nog hoe ik een briefje ontving in m’n brievenbus van een naamloos iemand die schreef: “Niet langer een herder, maar wél een huurling!”
Ineens denk ik, dat je er bijna buitenkerkelijk van zou worden. Gelukkig bestond en bestaat er een kerkorde, waarin de vrijheden van een wijkgemeente in het geheel van een centrale gemeente worden omschreven en gewaarborgd! Ooit leerde ik, dat je een kerkorde alleen moet gebruiken als er problemen zijn. Nou, die waren er in allerlei vormen!
Om een steeds langer wordend verhaal wat korter te maken denk ik aan het vreugdevolle moment dat op 7 mei 1993 plaats vond om 19.00 uur in het Kerkelijk Centrum Zeist-West: De dienst in een volle kerkzaal waarin de zegening van de relatie plaatsvond tussen Jos en Janny.
Op het liturgieboekje staat als thema “Waar Liefde woont…..”.
Ik denk op en rond de 7e mei nog vaak aan wat er in de aanloop naar die bijzondere dag gebeurde. Tot op de dag van vandaag is het helaas nog maar al te waar: ‘Waar de één een huis aanbiedt om voor ieder in te wonen is voor anderen het huis te klein!’
Toen de dienst was afgelopen en er gelegenheid was om gelukwensen te delen – ja ik weet het nog goed – kwam de vader van Jos naar me toe. Ik weet nog wat hij zei: “Mij is geleerd – zo zei hij het – dat wat er vanavond hier plaatsvond eigenlijk niet kan. Maar voor mijn kinderen zet ik alles opzij en juist daarom heb ik vanavond de schriftlezing gelezen.”
Als iemand me zou vragen wat voor mij hoogtepunten zijn geweest in mijn loopbaan dan zie ik 7 mei 1993 en alles wat er zich rond die dag voordeed als een hoogtepunt – om nooit te vergeten!
Ds. Joop Jansen Schoonhoven
Nu als emeritus wonend in Doetinchem
Zeist-West Internationaal
In de reeks columns over ‘50 jaar Zeist-West’ mag een terugblik op de contacten met Duitse kerkelijke gemeenten niet ontbreken. In West-Duitsland (BRD) waren er prachtige contacten met gemeenten in Dortmund, in Oost-Duitsland (DDR) waren Bautzen en Niesky onze partners.
Ik hoop dat deze column een aanleiding wordt om veel herinneringen op te halen én te bundelen.
Zelf ben ik blij de ‘topjaren’ mee gemaakt te hebben.
Voorzover ik weet was ds Jan Vuijst (predikant in de Thomaskerk) de grondlegger van de contacten met de Markus-gemeinde in Dortmund-Noord. In welk jaar dit contact begon weet ik niet. De pionierende predikant was ds Hermann Köhn. Hij had goede contacten met de naburige RK-parochie. Geleidelijk namen ook parochianen deel aan de oecumenische contacten. Samen met zijn echtgenote verhuisde hij later naar Unna waar ik ze vorig jaar nog bezocht heb.
In de loop van de 80-er jaren ontstonden er goede contacten met de Kath. Kirchengemeinde Heilig Kreuz in het centrum van Dortmund. Pastoor Carl Drepper was een theologisch en cultureel hoogstaand mens en priester, die zich inzette voor de oecumene en broodnodige vernieuwing binnen de RK. Er waren jaarlijkse uitwisselings-weekends met een oecumenische viering, veel gezelligheid, maar vooral gevuld met diepgaande gesprekken over de staat en toekomst van de kerken. Na de eeuwwisseling verliepen de contacten geleidelijk.
De contacten met gemeenten in de DDR waren een initiatief van het IKV (Interkerkelijk Vredesberaad). Alle Oost-Duitse gemeenten hadden een West-Duitse partner, maar er was geen sprake van gelijkwaardigheid en respect. Onze contacten met Bautzen en Niesky ontstonden in 1981. Naast Bautzen werd voor Niesky gekozen als een kleine stad met een grote Broedergemeente. De Bautzen-Niesky-gangers werden indringend bepaald bij het leven in de DDR én de enorme impact van de Wende. Zelf had ik (en Sonja) een prachtig contact met Christoph Fischer (en zijn gezin); een jonge, geëngageerde en inspirerende pastor van de Broedergemeente in Niesky. Bij de start van een ‘Eine-Welt-laden’ konden we vanuit Zeist-West hulp verlenen.
Ik hoop dat veel herinneringen nog uitgewisseld en opgeschreven worden. Eén wil ik hier nog doorgeven. Na ons laatste bezoek aan Dortmund-Noord zei pfarrer Hermann Köhn: ‘Ich brauche immer nog Versöhnung’. Mijn antwoord was; ‘Dat is dan ónze verantwoordelijkheid.’ Het verleden is nog niet voorbij.
Jaap Huttenga

Henk Bloem en Jaap Boersma plantten de boom uit Bautzen in 1985, samen met Liejet vd Broek
Kerkendag
Sinds 2004 vieren we Kerkendag op het Zusterplein.
Maar ooit is Kerkendag begonnen in Zeist-West.
Op 17 juni 1984 was de eerste Kerkendag op het plein voor de kerk in het winkelcentrum De Clomp. Midden in de wereld of zoals een voorganger het noemde “tussen de Amrobank, de Zeeman en de snackbar”. Voor een Kerkelijk Centrum, waar al sinds 1975 drie kerken samen een oecumenische gemeenschap vormden, was eigenlijk alleen de plaats bijzonder. Het was een zeer feestelijke bijeenkomst, met mooi weer, waaraan velen meewerkten. Er waren maar liefst zes koren, twee muziekgroepen en ook de balletgroep van Elly van Hout werkte mee aan de viering. Dans in de viering was toen dus ook al gewoon in Zeist-West.

Veel documentatie is er niet maar er zijn wel wat herinneringen. Zo werden altijd ook gasten uitgenodigd om een bijdrage te leveren.
In de jaren dat aan de Tiendweg een AZC was ingericht ‘de Wulperhorst’, hadden we vanuit Zeist-West er veel contacten. Sommige asielzoekers bezochten onze kerkdiensten. Zo was er een gezin uit Azerbeidzjan, Armeens- orthodoxe Christenen met drie kinderen. Met hun orthodoxe traditie voelden ze zich het meest thuis bij de parochie, maar op de Kerkendag waren ze erbij. En zo kwam het dat Dzjane, de moeder van het gezin, bij een van die vieringen in haar eigen taal een smeekgebed uitsprak uit hun traditie. Ze vond het moeilijk, want ze had het moeilijk. Maar deed het wel. Het maakte veel indruk. De ‘Kerk’ werd even wereldkerk.
En voor een van de vieringen heeft Henk Bloem de kinderen gevraagd om allemaal een pluizenbol van de paardenbloem mee te nemen. Zorgvuldig werd deze beschermd totdat ze allemaal samen de pluisjes gingen wegblazen. Het was net Pinksteren geweest.
In de laatste jaren in Zeist-West gingen meer kerken meewerken aan Kerkendag. Daarom is Kerkendag verplaatst naar het Zusterplein, waar mee ruimte is. Sinds 2004 vieren we Kerkendag daar. En steeds meer meer kerken uit Zeist werken daaraan mee. De oecumene werd Zeist-breed.
En er kunnen nog meer kerken gaan meedoen.
Hugo Albers
Onze bijdrage aan het jeugdwerk
Bij een terugblik op 50 jaar KC past het om ook een terugblik te geven op het jeugdwerk in Zeist-West. In de jaren 90 waren wij, Coby en Jan, daar actief bij betrokken. We hebben er onze relatie aan te danken: we leerden elkaar kennen bij Menorah, een groep voor twintigers. Uit die tijd stamt ook onze vriendschap met Karin.
Begin jaren 90 verzorgden we samen huiscatechese voor een groep 14-jarigen. Het eerste jaar kwamen er 10 jongeren. Wekelijks stonden er twee potten thee klaar (vaak was nog een 3e nodig) en suikerklontjes waren bijna niet aan te slepen. Als we aan de jongeren vroegen waarom ze kwamen was het unaniem ‘omdat we moeten’ of ‘omdat we gestuurd worden’. Toen we kort daarna vertelden dat we vanwege de herfstvakantie een week over zouden slaan was de reactie ‘hè, wat jammer!’. Het tweede jaar, met 14 aanmeldingen, was onze huiskamer te klein om de hele groep tegelijk te ontvangen en moesten we de groep splitsen.
Later waren we korte tijd jeugdouderling. We maakten deel uit van de Oecumenische jeugdraad (OJR) en de Jeugdraad (JR) die samen het jeugdwerk in onze wijk coördineerden. Omdat de taak van jeugdouderling ons minder lag, grepen we - toen de penningmeesters van beide raden (waaronder Piet-Jan) hun taak neerlegden - de kans aan om onze functie als jeugdouderling in te ruilen voor die van penningmeester(s).
Vanuit de JR werd contact gehouden met leiding van Kindernevendienst en Catechisatie. De OJR organiseerde jaarlijks een zeilweekend, bracht een mooie folder uit van het jeugdwerk, en coördineerde het overige jeugdwerk.
Het jeugdwerk onder de OJR werd grotendeels door de jongeren zelf ingevuld. De ruimte die nu gebruikt wordt voor het inloophuis was de jeugdruimte. De jongeren knapten die ruimte op, en hingen aan het plafond discoballen die gebruikt werden bij Fun & Music: een activiteit georganiseerd door en voor jongeren waarbij ze elkaar konden ontmoeten. Jacco, Bjorn, Hans en Erik zaten in de organisatie en er was een grote platencollectie. Daarnaast organiseerden de jongeren Quo Vadis. De OJR was er voor de financiën.
Onder leiding van Erik is ook een keer door de jongeren een musical georganiseerd. De benodigde apparatuur werd gehuurd. Toen kort ervoor bleek dat vergeten was de apparatuur te verzekeren brachten de jongeren een nacht door in de kerk om de spullen te bewaken.
Op zondagmiddag waren er geregeld onder de paraplu van de OJR ‘parapludiensten’. Miep van Oosten zorgde op de achtergrond voor de organisatie, de inhoud van de diensten kwam van een aantal jongeren. Toen we nog jeugdouderling waren is Coby mee gaan draaien, en dat is ze blijven doen. Eén keer was de dienst voorbereid rond een film, op basis van een beschrijving van die film. Toen de film op vrijdag binnenkwam bleek die wel heel erg kinderlijk. De jongeren gingen haastig op zoek naar een alternatief. Het was misschien wel de beste dienst van allemaal.
Wij hebben mooie herinneringen aan het jeugdwerk in die tijd. Soms ook een gevoel van spijt dat die tijd voorbij is.
Coby en Jan
